Het 'enge' en 'gevaarlijke' insect dat libel heet.

Zoals velen al weten is er in de natuur een diertje dat toch wel veruit mijn 'grote' favoriet is. Ik heb het natuurlijk over libellen. In één van mijn vorige blogs heb ik al kort omschreven hoe het leven van een libel er ongeveer uitziet. De libel is het grootste insect dat wij in Nederland kennen. (Ook in veel andere landen trouwens) Voor velen is het een afschuwelijk ding met 6 poten, gigantische ogen, scherpe kaken die nog kan vliegen ook! Met dit blog wil ik kort wat meer uitleg geven en hoop ik ervoor te zorgen dat jullie met een andere blik naar deze dieren leren kijken. Ook staan helemaal onderaan wat fabeltjes die de ronde doen.

Foto 1: De paardenbijter. Een kleurrijke verschijning die in de zomerdag vaak een bezoek aan tuinen brengt.
Foto 1: De paardenbijter. Een kleurrijke verschijning die in de zomerdag vaak een bezoek aan tuinen brengt.

Fase 1: Het ei

Net zoals alle andere dieren, moet ook de libel ergens beginnen. En net zoals bij veel andere dieren begint de libel als ei.

Elke libellensoort heeft een eigen manier van het leggen van eitjes. De meeste libellen boren een klein gaatje in een waterplant en leggen daarin hun eitjes. De vrouwtjes hebben in hun achterlijf een soort boorapparaatje waarmee ze een klein gaatje in een blad of stengel prikken. Vervolgens zetten ze hun achterlijf tegen dit gaatje en stoppen het eitje erin. (zie foto 2)

Er zijn echter ook libellen die wat luier zijn aangelegd. Vooral de dames in dit geval. Deze laten zich 'dragen' door het mannetje die over het water vliegt. Het vrouwtje laat de eitjes als een soort bommenwerpster in het water vallen. De eitjes zinken naar de bodem en ze heeft er verder geen omkijken meer naar.


Wanneer de eitjes zijn gelegd, ontwikkelt daarbinnen in een klein wormachtig larfje. Sommige eitjes zullen al na een paar weken uitkomen, sommige na een paar maanden. Dit is afhankelijk van de watertemperatuur waarin de larve leeft en natuurlijk afhankelijk van de roofdieren die het eitje wel of niet zien liggen....

Foto 2: Het legapparaat met daaronder de boor van een waterjuffer. Het vrouwtje boort een gaatje in een waterplant en stopt het eitje erin.
Foto 2: Het legapparaat met daaronder de boor van een waterjuffer. Het vrouwtje boort een gaatje in een waterplant en stopt het eitje erin.

Fase 2: De larve

Wanneer de eitjes zijn uitgekomen, kruipt het kleine wormachtige larfje het water in. Hierin zal het zichzelf zo snel mogelijk volvreten om te groeien. Sommige soorten lopen de verschillende groeistadiums snel door en komen datzelfde jaar nog uit het water, anderen nemen hiervoor wat meer tijd. Er zijn soorten die 2 of 3 jaar als larve onder water leven.


Larven zijn echte carnivoren en tevens ook kannibalen. Ze vreten alles wat ook maar iets kleiner is dan zij zelf zijn. Met een soort uitschietbare bek pakken ze alles wat voorbij komt. Mocht dit toevallig een soortgenoot zijn die net iets kleiner is, dan heeft deze vette pech.

Maar onder water zijn andere en grotere libellenlarven niet de enige dieren voor wie ze moeten oppassen. Vissen, kikkers, waterkevers en watervogels vinden zo'n larve ook een erg lekkere snack.


Het leven van zo'n larve is dus absoluut niet makkelijk. Zeker niet als je er ook nog eens lang over doet om alle stadia te doorlopen om uiteindelijk het water uit te kunnen kruipen. Maar voor de bikkels die het uiteindelijk toch weten te redden staat er iets moois te gebeuren. Wanneer de watertemperatuur geschikt is (dit is per soort afhankelijk) krijgen de libellen een signaal dat het tijd is. De uitschietbare bek waarmee ze voorheen zoveel hadden gegrepen groeit plots dicht. De larve kan nu niet meer eten en is dus genoodzaakt om naar boven te klimmen. In het gunstigste geval schijnt de zon, maar met een beetje pech tref je een Nederlandse lente waar veel regen en wind op het programma staan.

Maar wat voor weer het ook is, het beestje zal toch echt het water uit moeten gaan om daar te beginnen aan zijn volgende fase.


Fase 3: Uitsluipen

Van alle fases die de libel tot nu toe heeft moeten doorstaan, is dit toch wel de fase waarin het meeste mis kan gaan en waar toch wel de nodige tijd en geduld zeer op zijn plaats is.

De larve kruipt het water uit en zoekt een mooi plekje om uit te sluipen. Velen zoeken rietstengels of andere waterplanten op, sommige vinden een zanderige grond ook goed en de echte bikkels klimmen een boom of struik in.

Wanneer ze tevreden zijn met de plek kan het ingewikkelde werk echt gaan beginnen. Langzaam maar zeker scheurt de huid van de larve open en duwt het wezentje wat erin zit zichzelf naar buiten. De kop eerst en dan de rest. Hij duwt zichzelf achterover alsof hij een soort achterwaartse salto maakt. Het grote verschil met een salto die onze turnkampioenen maken is dat deze salto soms wel een paar uur duurt. (Foto 3) Tijdens dit proces zijn ze een zeer makkelijk doelwit voor spinnen en vogels want ze kunnen werkelijk niet ontsnappen. Wanneer de poten het takje of de stengel weer raken kan hij zich wat makkelijker uit zijn huidje trekken en begint de volgende stap.


Na al die tijd in zo'n klein larvenhuidje te hebben geleefd, moet er nodig wat extra lucht in zijn lijf worden gepompt. Het beestje pompt zichzelf letterlijk op. Zijn achterlijf wordt steeds langer en zijn vleugels ontvouwen zich tot volmaakte propellers. Als dit dan allemaal goed is gelukt, is het nog steeds niet klaar. Het beestje is nog zo zwak en kwetsbaar dat hij een veilig plekje in de zon moet zoeken om uit te harden. De libel maakt een testvlucht waarin hij de hoogte in vliegt en een geschikt plekje zoekt om daar snel te hangen. Tijdens deze vlucht is hij wel een erg makkelijke prooi voor vogels. Het beestje is nog lang niet wendbaar en snel genoeg om te ontsnappen. Gelukkig zijn ze met velen waardoor de kans om een veilige plek te vinden toch wordt vergroot. (Foto 4)


Tijdens het uitharden komt er ook steeds meer kleur op het beestje en verliezen de vleugels de wazige melkachtige kleur. Het uitharden kan uren duren en het duurt een aantal dagen voordat de libel zijn prachtige kleuren heeft. Wanneer dit allemaal is bereikt, begint de fase waar zijn hele leven om heeft gedraaid.

Foto 3: Een uitsluipende viervlek die langzaam achterover uit zijn huidje klimt.
Foto 3: Een uitsluipende viervlek die langzaam achterover uit zijn huidje klimt.
Foto 4: Een bruinrode heidelibel die een mooi plekje heeft gevonden om uit te harden en op kleur te komen. Het lijfje zal langzaamaan geel/bruin worden en de vleugels mooi doorschijnend.
Foto 4: Een bruinrode heidelibel die een mooi plekje heeft gevonden om uit te harden en op kleur te komen. Het lijfje zal langzaamaan geel/bruin worden en de vleugels mooi doorschijnend.

Fase 4: Voortplanting

Als alle bovenstaande fases zijn doorlopen, blijft langs de waterkant alleen een leeg omhulsel achter dat nog herinnert aan de tijd dat het beestje nog onder water leefde. (Foto 5) Al die tijd heeft het onder water geleefd, maar nu is het eindelijk zover en is het kleine larfje veranderd in een volgroeide libel. Het is de fase waarin ze op hun grootst en mooist zijn, waarin ze de ware koningen onder de insecten zijn en zelfs niet terug deinzen om kleine vogels uit hun territorium te verjagen, maar het is ook de fase die over het algemeen niet zo heel lang duurt. Wanneer de libel namelijk het stadium van imago (zo noemen we deze vorm) heeft bereikt, heeft hij nog maar een paar weekjes te leven. Het doel is dus om zo veel mogelijk te eten om sterk te worden en een mooi kleurtje te krijgen, om vervolgens een partner te zoeken en te paren.

Dit laatste is voor de mannetjes een geweldige strijd. De mannetjes verzamelen zich allemaal bij de waterkant en kiezen een goed plekje uit. Hier houden ze de wacht, verjagen alles wat ook maar beweegt waarbij ze soms flinke verwondingen oplopen. Zo missen ze geregeld een stukje uit hun vleugel en de echte pechvogel raakt een complete vleugel kwijt of wordt opgevreten door een soortgenoot of grotere libel.

De vrouwtjes doen het wat rustiger aan. Zij trekken zich terug van het water en zoeken een plekje zonder mannetjes om zichzelf te kunnen vertonen. Wanneer ze naar het water trekken hoeven ze absoluut geen moeite te doen om een mannetje te vinden. De mannetjes hebben zo'n geweldige paringsdrang, dat elk vrouwtje dat in een territorium meteen uit de lucht wordt geplukt. Bij de echte libellen gebeurt de paring meestal al meteen in de lucht, de waterjuffers lijken hier meer van te willen genieten en nemen wat meer de tijd. Zij hangen vaak rustig in de begroeiing van struiken of gras.   (Foto 6)

Foto 5: Een leeg larvenhuidje van een waterjuffer.
Foto 5: Een leeg larvenhuidje van een waterjuffer.
Foto 6: Een paringswiel (copula) van de azuurwaterjuffer. Het mannetje grijpt het vrouwtje achter haar kop en het vrouwtje drukt haar achterlijf waar de eitjes zitten tegen het geslachtsorgaan van het mannetje.
Foto 6: Een paringswiel (copula) van de azuurwaterjuffer. Het mannetje grijpt het vrouwtje achter haar kop en het vrouwtje drukt haar achterlijf waar de eitjes zitten tegen het geslachtsorgaan van het mannetje.

Beknopte samenvatting

Zoals je hierboven hebt kunnen lezen is het leven van een libel nog niet zo gemakkelijk. Als eitje zijn ze een makkelijke prooi voor vissen en waterkevers, als larve moeten ze ook nog eens oppassen voor watervogels, amfibieën en soortgenoten. Wanneer dit toch allemaal lukt begint de moeilijke transformatie waarin honderden, zo niet, duizenden dingen fout kunnen zijn en waarin ze een makkelijke prooi zijn voor spinnen en vogels. Zijn ze uitgeslopen dan komt de gevaarlijke eerste vlucht naar een warm plekje waarin ze ook weer een gemakkelijk doelwit zijn voor vogels. Is dit dan allemaal goed gegaan moeten de mannetjes ook nog eens vechten voor een territorium en hopen dat ze niet door soortgenoten of nog grotere libellen worden opgevreten. En daar komt nog eens bij dat ze na al die tijd als larve onder de grond en al die moeite om een libel te worden, maar een paar weken te leven hebben om te paren.....tsja


Libellen en waterjuffers sluipen op warme dagen massaal uit. Zelfs in de vijver in je tuin kun je de larvenhuidjes soms aan waterplanten zien hangen.
Libellen en waterjuffers sluipen op warme dagen massaal uit. Zelfs in de vijver in je tuin kun je de larvenhuidjes soms aan waterplanten zien hangen.
Larvenhuidje van de grote keizerlibel. De op één na grootste, maar wel zwaarste libel die we in Nederland hebben.
Larvenhuidje van de grote keizerlibel. De op één na grootste, maar wel zwaarste libel die we in Nederland hebben.

Fabeltjes over libellen

Veel mensen vinden libellen maar enge grote dingen. Meestal zijn dit mensen die ze nog nooit rustig hebben bekeken en mensen die de verzinsels van anderen geloven. Een aantal fabeltjes die de ronde doen staan hieronder beschreven.


- Libellen kunnen steken: NEE! Libellen hebben geen angel en kunnen daarom simpelweg niet steken. Tja, die dames hebben een flinke legboor, maar die gebruiken ze om eitjes te verstoppen, niet om zichzelf te verdedigen. Er is echter wel een geval bekend waarin een onderzoeker het water in ging om libellen te bestuderen. Hij stond tot zijn enkels in het water stilletjes deze wonderlijke beestjes te bekijken. Plots voelde hij een heftige steek. Een vrouwtje had zijn witte benen verward met een groene stengel en wilde daar haar eitjes kwijt. Met deze man is het goed afgelopen en heeft geen enge aliën achtige taferelen meegemaakt.


- Libellen kunnen bijten: Tja, dat lijkt me nogal logisch anders kunnen ze niet eten. Er zijn echter maar weinig libellensoorten bekend waarvan de kaken sterk genoeg zijn om door onze huid heen te bijten. De grotere libellen zouden dit kunnen, maar zien ons absoluut niet als vijand. Hierdoor zullen ze ons niet bijten. Ik heb geregeld libellen op mijn hand gezet. Ook de allergrootste exemplaren en ik heb alle 6 mijn vingers nog .....


- Libellen kunnen je snijden met hun vleugels: Dusss.....diegene die dit verhaal heeft bedacht had vast een geweldige feestavond met de nodige alcohol op. De vleugels van een libel zijn extreem kwetsbaar en zou je met twee vingers helemaal kunnen verpulveren. Daar komt nog eens bij dat een libel zijn vleugels alleen gebruikt om te vliegen en niet om iemand mee te snijden. Best lastig overigens om iemand te snijden terwijl je probeert te vliegen.


- Stoere & creepy namen. Een aantal libellen hebben behoorlijk stoere namen. Denk aan de vuurlibel en vuurjuffer (nee, je kunt je vingers er niet aan branden en hij zal je tuin ook niet in de fik steken), de speerwaterjuffer (heeft zijn naam te danken aan de tekening op zijn achterlijf in de vorm van een speerpunt. Kan dus niemand doorboren), de paardenbijter (een paard is toch echt iets te groot om te eten), de glassnijder (kan niet echt door glas snijden), glazenmaker (maakt ramen weer heel die de glassnijder heeft vernield......grapje natuurlijk.)

De meeste namen komen van vroegere benamingen of hebben te maken met de kleur en/of tekening die de beestjes op hun achterlijf hebben.


Kortom, libellen zijn niet gevaarlijk maar juist zeer boeiend en bijzonder om naar te kijken. Ze komen bij elk water voor en het zijn echte vechters. Wanneer je deze beestjes leert waarderen zul je merken waar mijn enthousiasme vandaan komt.

Reactie schrijven

Commentaren: 4
  • #1

    Peter (maandag, 08 juni 2015 22:41)

    Duidelijk, leerzaam en leuk!

  • #2

    Marleen Smits (dinsdag, 09 juni 2015 08:28)

    Super leuk stuk tekst!
    Vooral dat laatste, daar moest ik om lachen :)
    Goeie foto's, vooral die eerste 2!
    Leuk om dat leg apparaat eens te zien, en die ogen heb ik altijd al mooi gevonden.
    Ik zou dit stukje tekst zo in een tijdschrift terug kunnen zien :)

  • #3

    Dario (vrijdag, 12 juli 2019 13:39)

    leerzaam !

  • #4

    Blarf (vrijdag, 15 juli 2022 18:26)

    Ik heb een foto van een soort libel dat op een tor lijkt wat is dat dan